-
Voorbereiding en benodigdheden
Opdracht 2: Liefdespaartjes
Maak een kaartje voor elke leerling in de klas, en schrijf op elk kaartje een woord. De dingen die op de kaartjes staan, vormen tweetallen van dingen die bij elkaar horen. Dit zijn:
- Slot – Sleutel
- Kop – Schotel
- Snot – Zakdoek
- Blad – Boom
- Zout – Peper
- Ring – Vinger
- Schoen – Veter
- Mes – Vork
- Pen – Papier
- Verf – Kwast
- Donker – Licht
- Kip – Ei
- Zon – Maan
- Appel – Peer
- Rond – Vierkant
- Vlieger – Wind
Opdracht 3: Klassenzee
- Gekleurde vouwblaadjes
- Stiften/kleurpotloden
- Punaise of plakband bootjes om aan de muur te hangen
Weet je nog?
Denk terug aan de voorstelling ‘Het zand van gisteren’ en bespreek klassikaal de volgende vragen:
Maak jij met je kaartje een liefdespaartje?
Iedereen in de klas krijgt een kaartje. De dingen die op de kaartjes staan, vormen tweetallen van dingen die bij elkaar horen. Loop door de klas en spreek andere leerlingen aan over je kaartje.
Let op! Je mag niet zeggen wat er op je kaartje staat, maar je mag het wel omschrijven.
Vind de persoon die bij je past, die het kaartje heeft waarmee jij een tweetal vormt.
Klassenzee
In de voorstelling past lakei Louie perfect bij koning Filipe. Ze zijn op slag verliefd op elkaar. Aan het einde van de voorstelling zingt koning Filipe:
Ik laat een vlieger op
en vlieg ermee omhoog
Samen gaan we hoger
dan een regenboog
Ik laat je niet meer los
Ik houd je stevig vast
Er vliegt niks in de lucht
Dat beter bij me past
dan jij
Wie of wat past er het beste bij jou? Schrijf dit in het midden van een (vouw)blaadje. Van het blaadje vouw je volgens de instructie in het onderstaande filmpje een bootje:
Prik of plak alle bootjes met een punaise of plakband aan de muur. Nu is wat het beste bij jou past altijd dicht bij je in de klas, in jullie eigen klassenzee vol persoonlijke bootjes!