De leerlingen maken kennis met (verschillende facetten van) voordrachtskunst en maken een gedicht op basis van een tekst van een schrijver. Ze gaan voordragen, op allerlei manieren. Hard, zacht, snel, langzaam, met heel veel emotie of juist heel droog. Eerst zelf, aan de hand van filmpjes en met een gedicht waar de leerlingen helemaal hun eigen draai aan kunnen geven. Daarna komt er een voordrachtskunstenaar in de klas die de kinderen helpt hun voordracht naar een volgend niveau te tillen.
