De koningin die niet kan kiezen

Na de voorstelling

  • Lesdoelen
    • De leerlingen ervaren zelf hoe het is om te spelen aan de hand van thema’s uit de voorstelling
  • Overzicht en voorbereiding

    De naverwerking van de voorstelling bestaat uit drie korte delen

    1. Nabespreken: samen vragen beantwoorden over de voorstelling (klassikaal)
    2. Kroontje knutselen: de leerlingen knippen en versieren een kroontje (individueel)

    Benodigdheden:

    • Uitgeprint uitknipvel (1 per leerling)
    • Plakstiften
    • Spullen om de kroontjes mee te versieren (tekenpotloden, eventueel knutselspullen)

    3. Ik ben de koning(in)!: de leerlingen spelen koning(inn)en aan de hand van opdrachten (klassikaal)

    Benodigdheden:

    • Stoelen en tafels aan de kant

     

1. Nabespreken

Jullie hebben met elkaar de voorstelling de koningin die niet kan kiezen gezien.

Hieronder vind je een paar vragen die je kunt gebruiken om met elkaar de voorstelling na te bespreken.

Geen enkel antwoord is fout, het antwoord op de vragen kan voor iedereen anders zijn. Dat is helemaal niet erg en (juist) goed!

  • Welke personages kwamen er allemaal langs? Welke weet je nog?
  • Welk moment uit de voorstelling vond je grappig? Kun je navertellen wat er gebeurde?
  • Welk personage kon jij je het meest in vinden?

2. Kroontje knutselen

De voorstelling gaat natuurlijk over een koningin, maar nu is het aan jullie beurt om van jezelf een echte koning of koningin te maken.

Hiervoor mag je onderstaand kroontje uitknippen en versieren.
Je mag hiermee helemaal zelf bedenken wat voor koning of koningin je wordt.

Uitknipvel kroontje
  • Voor de leerkracht

    Tijdens de volgende opdracht mag je de leerlingen aan de zijkant coachen in hoe ze een koning of koningin spelen.
    Je kunt onderstaande opdrachten gebruiken om ze in de rol van koning of koningin te laten kruipen, maar voeg hier zeker nog aan toe als je nog iets beters weet.
    Aandachtspunten tijdens het uitvoeren van de opdracht:

    • Doet iedereen mee en blijft iedereen in de rol?
    • Zijn ze met elkaar bezig of met zichzelf?
    • Benoem wat je ziet wat goed werkt (bijvoorbeeld: “oh Hamza, ik zie dat je heel koninklijk wuift naar je onderdanen”)
    • Bij het stilstaan: staan ze echt helemaal stil? Laat zelf ook even een stilte vallen.

3. Ik ben de koning(in)!

Nu is het tijd om je kroon op te zetten, en zelf een koning of koningin te worden!
Zorg dat hiervoor de stoelen en tafels aan de kant staan, iedereen een kroon op heeft, en ga dan:

  • Staan als een koning of koningin
  • Lopen als een koning of koningin
  • Wuiven naar je onderdanen
  • De andere koningen en koninginnen beleefd groeten (eventueel met een woord of twee)
  • Goed stilstaan zodat de beeldhouder een mooi beeld van je kan maken
  • (Eventueel een aantal keer doorlopen en opnieuw stilstaan)

Afsluiter

Ga nu allemaal samen staan en maak samen een ontzettend koninklijk beeld waar iedere koning en iedere koningin onderdeel van is.
Mochten jullie iets heel koninklijks hebben om aan te trekken, is dat ook heel leuk om toe te voegen.

Maak er eventueel een foto van en stuur die naar de spelers van Theater Totaal via dit e-mailadres. Dat vinden ze ontzettend leuk om te ontvangen.