Op stap met Jet en Jan (Archief)

Leren en lezen

60 minuten

Naar school

  • Wat valt je op aan de foto? Wat zijn de verschillen met het klaslokaal van toen en nu?

Stellingen

  • Zet de tafels twee aan twee zoals bij Jet en Jan op school.
  • Ga achter je tafel staan met je handen op je rug.
  • De juf/meester leest de stellingen hieronder voor.
  • Wie denkt dat de stelling klopt, steekt één hand in de lucht. Wie denkt dat de stelling niet klopt, houdt de handen achter de rug.
  • Ga zitten als je het antwoord fout hebt.

Wie blijft als langste staan?

  • Leerlingen schreven vroeger met potlood en papier

    Niet waar: Vroeger hadden kinderen geen pennen, potloden en schriften. Zij schreven met een griffel op een lei. Een lei was gemaakt van een bepaald soort steen. Er zat een houten lijst omheen. De griffel was een soort krijtje. Ieder kind had een eigen lei, griffel en sponzendoos. In die doos zat een vochtig sponsje. Daarmee kon je fouten wegvegen of je lei schoon maken als hij vol was. Later kwamen schriften en kroontjespennen.

  • Vroeger moest je altijd met je rechterhand schrijven

    Waar: Anders veegde je met je hand in het krijt of de inkt en maakte je alles vies.

  • Jongens hadden vroeger vaker gymles dan meisjes

    Waar: Vroeger kregen de meisjes andere lessen dan de jongens. De meisjes leerden breien en naaien. Jongens hadden vaker gym, dit gebeurde op het schoolplein want een gymzaal was er toen nog niet. Ook kregen jongens vaak techniekles. Hier leerden ze hoe ze moesten zagen en timmeren.

  • Leerlingen moesten vroeger 7 dagen per week naar school

    Niet waar: Maar, ze gingen vroeger wél vaak 6 dagen per week naar school.

  • Vervelende kinderen werden vroeger door de juf of meester geslagen

    Waar: Vroeger werden kinderen nog wel eens met een liniaal op de vingers geslagen als ze vervelend waren.

  • Als je vroeger straf had moest je met papieren varkensoren op je hoofd in de hoek gaan staan

    Niet waar: Dit waren ezelsoren.

  • Als de juf of meester de klas binnenkwam moesten alle kinderen gaan staan

    Waar: Alle kinderen moesten netjes opstaan om de juf of meester te begroeten als hij of zij de klas binnenkwam.

  • In de klaslokalen vroeger was het altijd koud

    Niet waar: Ze hadden weliswaar nog geen verwarming, maar wél een kolenkachel. Vaak waren er jongens die wat eerder naar school kwamen om de kachel te vullen of om het as weg te brengen. Daarvoor kregen zij dan een paar centen per dag.

  • Een kort gesprek
    • Wat vinden jullie van de school van vroeger?
    • Wat is het grootste verschil met de school van nu?
    • Wat vinden jullie ervan dat jongens en meisjes vroeger aparte vakken kregen?
    • En wat zouden jullie ervan vinden als juffen of meesters bij straf nog steeds zouden mogen slaan?

Het leesplankje

In de tijd van Jet en Jan waren niet alleen het klaslokaal en de regels anders, maar er werd ook op een andere manier geleerd. Rekenen met een telraam bijvoorbeeld of lezen met behulp van een leesplankje. Het allerbekendste voorbeeld hiervan is de leesplank van aap-noot-mies. Met dit plankje en de hulp van een schoolplaat leerden de kinderen nieuwe woorden.

Opdracht

  • Verdeel de klas in tweetallen of kleine groepjes.
  • Print voor ieder groepje het leesplankje van aap-noot-mies en de bijbehorende schoolplaat.
Leesplankje van aap-noot-mies
print
Schoolplaat
print
  • Kunnen jullie de woorden van het leesplankje op de schoolplaat vinden? En weet je ook wat alle woorden betekenen?
  • Wat als je zelf een moderne aap-noot-mies versie zou kunnen maken? Welke woorden zouden er in deze tijd echt op moeten?
Gebruik hiervoor het lege leesplankje
print

Extra opdrachten

  • Maak een ‘stomme’ film

    Maak met de klas een ‘stomme’ film. Bekijk het filmpje van De oude school. Kunnen jullie met de klas ook een ‘stomme film’ maken over jullie schooldag? Of – nog leuker – lukt het jullie om net als de klas van het filmpje een schooldag te filmen zoals vroeger? Kijk voor meer informatie voor het maken van een eigen (stomme) film op KlasCement of Filmboard.

  • Naar school zoals vroeger

    Stap met de klas letterlijk terug in de tijd! Bouw je klaslokaal voor een dagdeel om tot een klaslokaal van vroeger en geef les zoals dit ook in 1910 werd gedaan. Zet de bankjes twee aan twee, geef les zonder digibord, maak ezels-oren als strafmuts, laat iedereen met rechts schrijven. En…als er goed gewerkt is, mag er natuurlijk ook buiten gespeeld worden! Maak een circuit met bijvoorbeeld: touwtjespringen, tollen, kaatseballen, knikkeren en blindemannetje.