3. Bewegingen aanleren
Bij dit lied horen twee bewegingen.
- Leer de bewegingen Kanga-doodle-doo aan met hulp van film 5a (oefenversie). Herhaal dit een aantal keer.
- Doe de bewegingen daarna op muziek met film 5b.
Meesters van de tijd
– Spring een aantal keer op en neer met de handen slap voor je. Laat de leerlingen meedoen.
– Bespreek: Welk dier beweegt er zo? (Een kangoeroe) Hebben de leerlingen dit dier wel eens gezien?
– Laat afbeeldingen van de kangoeroe zien (internet) en vertel:
Kangoeroes komen van oorsprong uit Australië, dus je ziet ze niet vaak in Nederland. Ze hebben lange achterpoten waardoor ze heel hoog kunnen springen en een lange gespierde staart. De moeder van een kangoeroe heeft een buidel op haar buik, waarin ze haar kinderen kan meenemen. Kangoeroes eten vooral gras.
– Sofie hoopt dat haar oom Steve een kangoeroe voor haar meeneemt uit Australië. Een kangoeroe heet in het Engels kangaroo (in Australië spreken ze Engels). Zeg ‘Kanga’ en laat de leerlingen hierop reageren met ‘roo’: kanga-ROO, kanga-ROO. Varieer in hard en zacht, hoog en laag, vrolijk en boos, etc. en laat de leerlingen in hetzelfde karakter antwoorden.
– Doe hetzelfde met didgeri-DOO. Vertel daarna wat een didgeridoo is (Een blaasinstrument uit Australië. Het is een holle boomstam waar je op blaast. Door de trilling van je lippen ontstaat het geluid.)
Track 4: Kanga-doodle-doo
– Laat het begin van track 4 horen, welk instrument is er te horen? (didgeridoo). Welke instrumenten hoor je nog meer voor de zang begint? (gitaar, marimba, djembé, shaker). In bijlage 5 staan de afbeeldingen van de instrumenten (zie onder).
– Laat de eerste 4 regels zang horen. Welke taal wordt er gezongen? (Engels) Waarom? (Omdat het lied gaat over een kangaroe uit Australië, daar spreken ze Engels.) Vertel wat het betekent. (Hey vriend, hoe gaat het?). Zing dit stukje met de leerlingen en herhaal het een aantal keer.
– Zet de track nogmaals aan, de leerlingen zingen het geleerde stukje, elke keer dat het terugkomt. Als ze het gedeelte kanga-ROO en didgeri-DOO horen, antwoorden ze net als aan het begin van de les.
– Leer hierna het stuk Ik ken een land…warme land aan. Laat de leerlingen ontdekken welke zinnen er op elkaar rijmen.
– Zing hierna het hele lied met de leerlingen, herhaal het een aantal keer, totdat ze het goed kennen.
Bijlage 5: In bijlage 5 staan de afbeeldingen van de instrumenten die in het lied te horen zijn.
Liedtekst 4: Gebruik de liedtekst naar eigen inzicht voor het aanleren van het lied.
Bij dit lied horen twee bewegingen.
De tweede beweging bij dit lied is: Doe de Kangaroo!
Herhaal het lied en de bewegingen zo vaak mogelijk tussen andere activiteiten door, zodat de leerlingen deze tijdens het concert goed kennen.