Loop rond met de hond

Mag ik Rapke uitlaten?

30 minuten

  • Lesdoelen

    De leerlingen:

    • leren dat ieder wezen (mens, dier) vanuit een ander perspectief naar de wereld kijkt
    • kunnen verwoorden wat ze over honden weten en zijn in staat te luisteren naar de ervaringen van hun medeleerlingen.
  • Voorbereiding
    • Lees het verhaal over Rapke door.
    • Vraag de leerlingen tijdig om een foto van hun eigen hond mee te nemen.
In Nederland wonen bijna 2 miljoen honden. Net zo veel als er mensen wonen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht samen. Dat is heel veel.
  • Wie heeft er een hond?
  • Wie heeft er een klein hondje? Wie een grote hond?
  • Hoe hoog van de grond? Laat zien met je handen
De leerlingen die een foto hebben meegenomen, mogen die aan de klas laten zien
  • Honden hebben beweging nodig. Hoe gaat dat met jullie hond?
  • Wie wandelt er met de hond? Ga je ook wel met vriendjes of vriendinnen samen met de hond wandelen? Waar gaan jullie meestal naartoe? Is de hond gehoorzaam?
  • Waar moet je op letten als je bij jullie in de buurt gaat wandelen? Moet je drukke wegen oversteken? Wat vindt je hond leuk om te doen tijdens de wandeling? Mag de hond ook wel eens los? Is er wel eens iets gebeurd met de hond tijdens het wandelen?
Sommige honden kunnen wel 1 miljoen keer beter ruiken dan een mens! En ze kunnen ook ruiken of iets van links of van rechts komt.
  • Vrouwtjeshonden kunnen beter ruiken dan mannetjeshonden. Door te ruiken leert een hond van alles. Wij mensen kijken eerst naar dingen, maar honden snuffelen eraan. Ze kijken met hun neus, zou je kunnen zeggen.
  • Wat gebeurt er onderweg allemaal?
  • Wat hebben de leerlingen geleerd over honden?
  • Wat vinden honden leuk?
  • Wat is niet zo goed voor een hond?
  • En kunnen honden zelf oversteken?