Het mysterie van…

Schrijven

120 minuten

  • Lesdoelen
    Na de les zijn de leerlingen in staat om een verhaal te schrijven op basis van de begrippen ‘wie’, ‘waar’ en ‘waarom’.
  • Wat weten jullie inmiddels over de situatie op de foto?
  • Wat heb je door onderzoek ontdekt en wat heb je verzonnen?
  • Wie, waar en waarom bij de foto
    • Schrijf in kolommen naast elkaar op het bord: WIE, WAAR en WAAROM.
    • Houd de foto ernaast en vul zo veel mogelijk in. Mix feiten en fantasie.
    • Schrijf wat je weet en bedacht hebt (in steekwoorden) onder WIE, WAAR en WAAROM op het bord.
    • Vraag: Hoe maak je het verhaal extra spannend? Bedenk een begin, een hoogtepunt en een eind.
Als er genoeg informatie is verzameld, kunnen jullie aan de slag! Het verhaal mag niet langer worden dan 400 woorden.

De puntjes op de i

Als het verhaal af is, lees het samen dan nog eens door. Net zoals bij echte journalisten: Verander, schaaf en schrap waar nodig.

 

  • Snapt iedereen het verhaal?
  • Is er een duidelijk begin? Wat is het hoogtepunt van het verhaal? Klopt de afloop van het verhaal?
  • Is het gelukt met het wie, waar en waarom-principe?
  • Is het spannend genoeg?
  • Moet er nog iets veranderd worden?