-
Lesdoelen
- De leerlingen spelen met betekenis en zeggingskracht van woorden.
-
Voorbereiding en benodigdheden
- Zet het gedicht, de woordenpuzzel en het werkblad woordenpuzzel klaar op het digibord.
- Zet de 3 bakjes met de verzamelde woorden uit les 1 klaar.
Benodigdheden
- woordverzameling (uit les 1)
- woordpuzzel (powerpoint)
- werkblad sprokkelwoorden (.docx)
-
Extra informatie
In opdracht 1 spelen de leerlingen met de volgorde van de woorden uit het gedicht Straatjutten. In opdracht 2 puzzelen ze met hun eigen woordverzameling. Ze maken daarmee een gedicht. Bewaar het ingevulde werkblad voor de gastles (les 4).
Gedicht Straatjutten lezen
Bekijk hieronder het gedicht Straatjutten? De schrijver van dit gedicht heeft net als Smikkel, Raak, Kiek, Toontje en Snif ook de wind geproefd.
Puzzelen met woorden uit het gedicht
In deze opdracht gaan jullie spelen met de woordvolgorde van woorden uit het gedicht.
Bekijk samen de woordenpuzzel. Kunnen jullie met deze woorden je eigen zinnen maken?
De woordenpuzzel
Lees de zinnen voor aan elkaar!
Puzzelen met de woordenverzameling
Nu gaan jullie mooie zinnen maken met de woorden uit je eigen verzameling. Gebruik de woordenverzameling uit de vorige les.
Bekijk samen het werkblad sprokkelwoorden.
Werkblad sprokkelwoorden
Herhaal dit tot alle regels gevuld zijn en lees de zinnen samen hardop. Bewaar het gevulde werkblad voor les 4!