De klas van ’45

Wat oorlog met je doet

60 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen praten verder over wat oorlog met mensen doet.
    • De leerlingen vergroten hun inlevingsvermogen en oefenen met het vormen van een eigen mening.
    • Ze leggen verbanden tussen de thema’s en de emoties die ze daarbij voelen.

Het museumbezoek

  • Wat is je het meest bijgebleven van het museumbezoek?
  • Wat heeft het meeste indruk gemaakt?

Ga naar de startpagina van De Klas van ’45 digiles.

  • Klik op de optie ‘ik ben leerling’.
  • Beantwoord de vraag ‘heb jij de Klas van ’45 al bezocht?’ met ‘ja’.
  • Bekijk het filmpje en doe de opdracht.

Extra: Oorlog in je eigen omgeving (15 min)

Houten lag in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Langs de linie werden grote gebieden onder water gezet. Zo kon de vijand er niet doorheen met paarden en tanks. Dat gebeurde ook rond Houten. Daarom moest iedereen die daar woonde in de meidagen van 1940 zijn huis verlaten. Ze wisten niet voor hoe lang. Een aantal dagen later konden ze terug naar huis, toen Nederland zich had overgegeven aan de Duitsers en het land weer droog kwam te vallen.

Mensen op een brug bij een huis dat helemaal omgeven is door het water van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
  • Lees  deze twee korte verhalen:
  • Verhaal 1

    “Ik woonde op de Houtensewetering 23 bij mijn ouders en broers. De eerste dagen van de oorlog verliepen rustig. Op zondagavond (12 mei) toen het tijd was voor het Lof in de kerk, hoorden we dat de koeien weg moesten, omdat het land onder water werd gezet.

    Mijn oudere broer vertrok met de koeien naar Vreeswijk. De route liep via de Overeindsebrug bij de Plofsluis. Zelf gingen we een dag later weg. Mijn vader verzamelde de sleutels van de huizen langs de Houtensewetering en leverde ze in bij het gemeentehuis. Met paard en wagen gingen de mensen naar Vreeswijk. Er stond toen nog geen water op de weilanden. In Vreeswijk gingen we aan boord van een kolenschip. We hadden beddengoed mee en legden dat in de ruimte waar eerder kolen hadden gelegen. Ik was binnen in het ruim en kwam niet buiten. Er was geen licht. Er waren er die een lampje bij zich hadden. Iemand had een hond mee, die aan boord jongen kreeg. Ik denk dat we in de buurt van Dordrecht waren, maar zeker weet ik het niet, toen ze zagen dat Rotterdam was gebombardeerd. Ze konden het in elk geval zien dat Rotterdam in brand stond. Hoe de reis toen precies ging, weet ik niet meer zo goed. Ik denk dat we een nacht in een kerk of een school hebben geslapen in de buurt van Den Haag. Ik denk dat het Voorschoten of Voorburg was.

    Hoe ik thuis kwam weet ik niet meer. Met de trein of anders. In elk geval stond het land achter de boerderij onder water. De boerderij stond droog. Ik kan nog wel aanwijzen tot hoever het water kwam. Wat ik heb gehoord is dat er niet zoveel is gebeurd in het dorp toen we weg waren.”

    Uit een interview met Johan Sturkenboom, 14 jaar in 1940, oudhouten.nl

  • Verhaal 2

    “Vanaf 1943 kwamen mensen uit Utrecht melk halen. Rond melktijd stonden er dan zo’n 20 tot 25 mensen op het erf. Ook konden ze aardappels, kaas, eieren en fruit krijgen. Er stond een dikke lindeboom op het erf en soms kleedden ze zich achter de boom om, zodat ze opnieuw melk zouden krijgen. Het uitdelen van melk en eieren mocht niet van de Duitsers, maar de controle viel mee. In het algemeen waren er weinig Duitsers in het dorp.

    Vanaf 1943 waren er Rotterdammertjes in Houten. Bij gezinnen zaten dan Rotterdamse kinderen. Wij hadden ook een Rotterdams jongentje bij ons. 2 jaar lang, tot na de oorlog. Ik denk dat hij 7 of 8 jaar was. Hij heette Dolf van Hout. Zijn broer Jan van Hout was zo’n 17 jaar en in Rotterdam opgepakt bij een razzia. Hij moest lopend naar Duitsland. In Ede heeft hij zich ’s avonds uit een rij laten vallen. De volgende ochtend stond hij ineens hier voor de deur. Tot het einde van de oorlog is hij hier gebleven. Uiteindelijk zaten er wel zo’n 15 man in huis.

    In 1944 hadden we bordjes voor het raam met difterie. De Duitsers waren heel bang hiervoor. Dan kwamen ze niet. Ik had ook difterie. Waarschijnlijk gehad van mensen die melk en eieren kwamen halen. Toch zijn hier Duitsers geweest. Ze vorderden paarden.”

    Uit een interview met Johan Sturkenboom, 14 jaar in 1940, oudhouten.nl

Bespreek met elkaar de volgende vragen:

  • Probeer je voor te stellen hoe het voor Johan was toen hij moest vluchten. Wat kan hij onderweg allemaal hebben gezien, gehoord, geroken, gevoeld? Hoe zou het voor hem zijn geweest in het schip?

    Hier is uiteraard ook een parallel te trekken met de huidige vluchtelingenproblematiek.

  • Later kwamen andere mensen juist naar de familie Sturkenboom voor hulp, maar daardoor kwamen ze zelf in gevaar. Wat vind jij: was het goed om te helpen of niet?
  • Wat heb jij nodig om je thuis te voelen?